Kasteel Gouda
  • Home
  • Kasteel Ter Goude
  • Bewoners
  • De afbraak
  • Onderzoek
  • Opgraving
  • Links
  • Contact
Home / Onderzoek

Onderzoek - Kasteel Gouda

    • Home
    • Kasteel Ter Goude
    • Bewoners
    • De afbraak
    • Onderzoek
    • Opgraving
    • Links
    • Contact

Jarenlang deden er verhalen de ronde onder de Goudse bevolking over de onderaardse gangen die zelfs onder de Hollandse IJssel zouden doorlopen.

“Verwulfde gang, loopende naar de kant van den IJssel”“Verwulfde gang, loopende naar de kant van den IJssel”

In 1824/1826 kwam bij werkzaamheden aan de fundering van de Grote Volmolen een “verwulfde gang, loopende naar de kant van den IJssel” aan het licht. Deze ‘gang’ dwars op de volmolen had gemetselde wanden met nissen en zou hebben doorgelopen tot onder de rivierbedding. De tekening is vermoedelijk bij het onderzoek in 1826 gemaakt.
Deze tot de verbeelding sprekende vondst leidde tot nader onderzoek in 1881. De gang met een lengte van twintig meter werd ook toen weer aangetroffen, maar het bleef bij die constatering. Dit was een gemeentelijk onderzoek waarover J.H. van Echten aan de Commissie van Toezicht rapporteerde. Er werden enkele gewelven aangetroffen onder de volmolen en een gewelf onder de straat door richting Hollandse IJssel, maar geen gang of tunnel onder de Hollandse IJssel. 

In 1901 ontstond er op de Punt naast de volmolen een 3 meter diepe verzakking. Dit bracht de geruchten over mogelijke onderaardse gangen weer op gang. Er werd een verbinding aangetroffen met een gang onder de volmolen.

Nadat de ruimte zo nauwkeurig mogelijk in kaart was gebracht, werd ter versteviging een stuitmuur gemetseld. Het ontstane gat in de straat werd volgestort met zand en vervolgens bestraat zodat normaal straatverkeer weer plaats kon vinden.

Document uit 1901Document uit 1901

In 1936 werden “de onderaardse gangen” opnieuw actueel omdat een lid van de Commissie van Toezicht op het Museum, tevens raadslid, bij de behandeling van de Goudse gemeentelijke begroting budget vroeg voor een nieuw onderzoek en mogelijke restauratie van de gang of gewelven. Dit werd gevraagd in het kader van de zogenaamde werkverschaffing.

mevrouw N. Klein Sprokkelhorstmevrouw N. Klein Sprokkelhorst

mevrouw N. Klein Sprokkelhorstmevrouw N. Klein Sprokkelhorst

Dit besluit was landelijk nieuws waarover door de kranten, vooral de Telegraaf,  uitgebreid werd bericht. Dat had mede tot resultaat dat in 1937 een landelijk bekende wichelroedeloopster, mevrouw N. Klein Sprokkelhorst, uit Zeist naar Gouda kwam. Zij “zag” een groot gangenstelsel met een vertakking onder de IJssel door op 8 meter diepte. Een gang in de richting van Schoonhoven en een gang naar een boerderij aan de andere kant van de dijk van Gouderak (het voormalige rechthuis). Zij deed dit wichelroede-onderzoek in aanwezigheid van enkele leden van de Commissie van Toezicht op het Museum. Deze bevindingen moesten natuurlijk wel een vervolg krijgen.

Werkzaamheden 1938Werkzaamheden 1938

Zo werden in 1938, dank zij een collecte onder de Goudse bevolking, dertien arbeiders aangesteld om tien weken te gaan graven aan de andere zijde van de Volmolen in het Houtmansplantsoen.
Het enige tastbare resultaat was het terugvinden van de resten van de kasteeltoren. Dit ligt gedeeltelijk onder de noordoostelijke hoek van de Volmolen, nu woonhuis Punt 15. Dit fundament werd als een zichtbare herinnering aan het kasteel tot boven de grond opgemetseld.

Ook van archeologische zijde had men inmiddels belangstelling getoond voor het kasteel. In de jaren zeventig voerde de Archeologische Vereniging Golda onderzoek uit in het Houtmansplantsoen, op De Punt en nabij molen 't Slot (Akkerman, Puntsgewijs, 1993, 101-102).

In het begin van de jaren negentig kwamen allerlei onderzoeksactiviteiten op gang. De grote publiciteit en daarmee gepaard gaande belangstelling bij de particuliere opgravingen van Smit en Van den Bergh onder de volmolen maakten heel wat los. Bij de gemeente Gouda ontstond grote behoefte aan informatie en beleidsvorming op het gebied van archeologische monumentenzorg.

Zo werd in 1990 besloten de oudheidkundige waarde van het Houtmansplantsoen in kaart te brengen. In het kader hiervan werd in 1993 een bodemonderzoek uitgevoerd door G. Lenselink. Hierbij werd gebruik gemaakt van toen nog vrij onbekende elektronische meetapparatuur. Behalve verstoringen die vermoedelijk aan de graafwerkzaamheden in 1938 toe te schrijven waren, werden sporen van muurwerk en een zijl gelokaliseerd. In 2012 zijn ook nog enkele proefboringen uitgevoerd.

In 1992 werd door Buiskool een afstudeerscriptie over het kasteel geschreven waarin zijn onderzoek naar bouwrekeningen van het kasteel werd gepubliceerd.

Op basis van de bevindingen van Gerda Lenselink werd in 1993 door de vrijwilligers van de Goudse Archeologische Vereniging Golda onder toezicht van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek een proefopgraving verricht.

Ook werd de hulp ingeroepen van bouwhistorici om meer informatie over de kasteelmuren en de gewelven onder de grote volmolen te verkrijgen.

ProefopgravingProefopgraving

De beschikbare afbeeldingen van het kasteel werden op hun natuurgetrouwheid onderzocht door G. Sprokholt. Ook nadien zijn nog delen van het kasteel onderzocht. In 1994 werd op instigatie van Golda het stuk stadsmuur in het muurhuis Punt 2 bouwhistorisch onderzocht en gerestaureerd. Daarbij zijn ook kasteelresten aangetroffen. In 1996 kon door een opgraving rond de noordwestelijke hoek van de volmolen een groot deel van de resten van de Chartertoren worden blootgelegd en bestudeerd.

Ondanks alle onderzoeken is de kennis over het kasteel nog steeds beperkt. Deze onderzoeken hebben tot diverse uiteenlopende publicaties en herzieningen in eerdere publicaties geleid. Afsluitend onderzoek is zeker nog niet in zicht. Over de kasteelplattegrond bijvoorbeeld is nog weinig bekend, evenals over de veranderingen die in de twee eeuwen van het bestaan van het kasteel zijn aangebracht. We weten vrij nauwkeurig hoe het kasteel er heeft uitgezien, maar er blijven vraagtekens. De onlangs geproduceerde maquette van het kasteel in Museum Gouda bevat feitelijke onjuistheden aan de oostzijde. Zo is een  derde “steunbeer of muurdam”, eerder zichtbaar maar nu niet meer te zien vanwege de verlaagde fundering, niet in de maquette weergegeven wat zeker ook een correctie in de afmeting of ligging van de Grote IJsseltoren zal betekenen. De onderzoeken zullen in de toekomst dan ook zeker voortgaan en nieuwe bevindingen aan het licht brengen.

  • Home
  • Kasteel Ter Goude
  • Bewoners
  • De afbraak
  • Onderzoek
  • Opgraving
  • Links
  • Contact
Webdesign & Development - De Witjes Productions